In Avignon zet “De afschaffing van de privileges” zijn uitzonderlijke reis voort

Een paradoxaal verhaal over een succes dat goed voelt, maar nergens tegen beschermt: het epos De afschaffing van de privileges (bewerkt en geregisseerd door Hugues Duchêne naar een roman van Bertrand Guillot) is het perfecte voorbeeld van een bescheiden project dat een breed publiek heeft weten te boeien. De reden voor dit enthousiasme? De flexibele vorm en de aangrijpende inhoud die, onder het mom van het reconstrueren van een historische sequentie, de hedendaagse bekommernissen in het hart raakt.
De fictie herleeft de nacht van 4 augustus 1789, waarin vertegenwoordigers van de Derde Stand, de geestelijkheid en de adel een einde maakten aan privileges en een universele belastingheffing invoerden. Een uur en vijftien minuten aan juichende debatten, verstoord door de hilarische invoeging van maatschappelijke thema's zoals feminisme, patriarchaat en 'wokisme'. "De roman beschrijft een politieke omwenteling die een vierhonderd jaar oude orde omverwerpt en bewijst dat het mogelijk is om iets nieuws teweeg te brengen. Van welke nacht van 4 augustus dromen we vandaag?", vraagt de regisseur, die op zijn eigen manier de fakkel van illustere voorgangers overneemt. Ariane Mnouchkine, Sylvain Creuzevault en Joël Pommerat hebben vóór hem kleur gegeven aan de Franse Revolutie.
Je hebt nog 75,37% van dit artikel te lezen. De rest is gereserveerd voor abonnees.
Le Monde